Bedrijven zijn niet immuun voor interne conflicten. Soms kunnen geschillen zo hoog oplopen dat de continuïteit en financiële stabiliteit in het gedrang komen. In zulke gevallen kan het beter zijn de samenwerking te beëindigen dan de impasse te laten aanslepen. Ontbinding en vereffening van een vennootschap – vrijwillig, automatisch of gerechtelijk – fungeren dan als strategie om een conflict gecontroleerd op te lossen en de belangen van alle betrokkenen te vrijwaren.
Het Belgische Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) biedt hiervoor verschillende mechanismen. We bespreken hieronder de diverse vormen van ontbinding en liquidatie en hoe een doordachte toepassing hiervan een uitweg kan bieden bij aandeelhoudersconflicten en andere aandeelhoudersgeschillen.
1. Vrijwillige ontbinding door de aandeelhouders
Wettelijke basis:
Artikel 2:70, 1° WVV bepaalt dat de algemene vergadering van aandeelhouders een vennootschap vrijwillig kan ontbinden. Dit is mogelijk bij de meeste vennootschapsvormen, waaronder de BV (besloten vennootschap), NV (naamloze vennootschap), CV (coöperatieve vennootschap), SE (Europese vennootschap) en SCE (Europese coöperatieve).
Ook personenvennootschappen zoals de VOF en CommV kunnen vrijwillig ontbonden worden; bij deze laatste vereist artikel 4:16 WVV unanimiteit van alle vennoten, tenzij de statuten anders bedingen.
Procedure en vereisten:
· Het bestuursorgaan moet een verslag opstellen waarin het voorstel tot ontbinding wordt toegelicht met daarin:
o De redenen voor ontbinding
o De impact op de vennootschap, de aandeelhouders en de schuldeisers
· Opmaak van een balans en controleverslag door een commissaris of erkend accountant om de financiële juistheid te waarborgen
Worden de wettelijke formaliteiten niet nageleefd, dan kan het ontbindingsbesluit nietig worden verklaard.
Bestuurdersaansprakelijkheid:
· Het neerleggen van de ontbindingsakte sluit automatisch het boekjaar af (Art. 2:70 WVV), waardoor bestuurders decharge kunnen vragen.
· Bestuurders zijn aansprakelijk voor fouten in het financieel verslag en de balans tijdens de ontbinding.
· De bevoegdheid om de ontbinding goed te keuren ligt bij de algemene vergadering(Rb. Gent, 17 oktober 2001, TBH 2002, 703).
Alarmbelprocedure:
Toepasbaar wanneer de financiële verliezen kritieke drempels overschrijden (artikels 5:153, 6:119 & 7:228 WVV).
2. Automatische ontbinding van rechtswege
Sommige ontbindingen gebeuren van rechtswege, dus automatisch op grond van de wet zodra een bepaalde gebeurtenis zich voordoet (art. 2:70, 2° WVV). De vennootschap wordt dan ontbonden zonder dat een aandeelhoudersbesluit of rechterlijke tussenkomst nodig is. Typische gronden van rechtswege zijn onder andere:
- Verstrijken van de termijn: de duur waarvoor de vennootschap is aangegaan loopt af, zoals vastgelegd in de statuten (art. 2:72 WVV).
- Statutaire ontbindende voorwaarde: een specifieke voorwaarde opgenomen in de statuten treedt in vervulling.
- Overlijden van een vennoot
3. Gerechtelijke ontbinding
Wanneer aandeelhouders of andere belanghebbenden er niet in slagen hun conflict op te lossen, kan men de ontbinding van de vennootschap via de rechtbank verzoeken. Artikel 2:70, 3° WVV voorziet dat een rechter de ontbinding kan uitspreken voor alle vennootschappen met rechtspersoonlijkheid (art. 2:73 WVV).
Hoewel de wet niet expliciet voorschrijft dat gerechtelijke ontbinding een ultimum remedium moet zijn, passen rechtbanken deze ingreep meestal alleen toe als laatste redmiddel wanneer andere oplossingen falen. Zo oordeelde het hof van beroep Gent op 25 juni 2018 dat ontbinding een ultimum remedium vormt in aandeelhoudersgeschillen (zaak nr. 2018/AR/75).
Gronden voor gerechtelijke ontbinding:
- Een aandeelhouder die zijn verplichtingen in grove mate verzuimt of door een blijvende kwaal zijn taak niet kan vervullen.
- Een diepe en blijvende onenigheid tussen aandeelhouders die verder gaat dan een tijdelijk meningsverschil en de normale bedrijfsvoering onmogelijk maakt.
- Elke andere omstandigheid waardoor de onderneming haar activiteiten niet normaal kan voortzetten (bijv. een volledige impasse in het bestuur of onoverbrugbaar wantrouwen tussen paritaire aandeelhouders).
Gerechtelijke ontbinding vs. geschillenregeling:
- “Wettige reden” (strikte interpretatie) versus “gegronde reden” (ruimere interpretatie).
- Het WVV verleent de voorzitter van de ondernemingsrechtbank bevoegdheid over zowel aandeelhoudersgeschillen als gerechtelijke ontbindingen.
- Een vordering tot uittreding van een aandeelhouder sluit een vordering tot ontbinding niet uit.
- Beide vorderingen kunnen gecombineerd worden in één procedure.
- Een vordering tot uittreding van een aandeelhouder sluit een vordering tot ontbinding niet uit.
Concurrerende vorderingen: uittreding versus gerechtelijke ontbinding:
- Ontbinding krijgt de voorkeur wanneer het onderling vertrouwen tussen aandeelhouders onherstelbaar is geschaad (Antwerpen, Tongeren, 4 maart 2016, zaak nr. N15102733).
- Ontbinding is niet automatisch: de rechtbank moet bevestigen dat er wettige gronden bestaan.
- Indien een aandeelhouder ontbinding enkel als tactische zet inroept, kan de rechtbank deze weigeren.
4. Liquidatie van de vennootschap (vereffening)
Eenmaal de ontbinding is uitgesproken (vrijwillig, van rechtswege of gerechtelijk), gaat de vennootschap haar vereffeningsfase in. De vennootschap blijft gedurende de vereffening rechtspersoonlijkheid behouden, maar uitsluitend om haar activa te gelde te maken en schulden af te wikkelen. Pas na afronding van de vereffening en de officiële sluiting daarvan houdt de vennootschap op te bestaan als rechtspersoon.
Afhankelijk van de situatie kan een vereffening met of zonder benoeming van vereffenaars plaatsvinden:
Onmiddellijke sluiting van vereffening: (Artikels 2:80 – 2:81 WVV)
· Er wordt geen vereffenaar aangesteld.
· Alle schulden moeten zijn terugbetaald of gewaarborgd.
· Vereist unanieme goedkeuring door de aandeelhouders.
· Kan ook worden toegepast bij gerechtelijke ontbinding.
Aanstellen van vereffenaar(s): (Artikels 2:82 e.v. WVV)
· Door de algemene vergadering (bij vrijwillige ontbinding).
· Door de rechtbank (bij gerechtelijke ontbinding).
Toezicht door de rechtbank: (Artikels 2:79 WVV)
· Automatisch aangesteld ter bescherming van derden.
Vereffeningsproces
- Elke belanghebbende partij (bestuurders, aandeelhouders, schuldeisers) kan de rechtbank vragen om een vereffenaar aan te stellen.
- De vereffenaar is verantwoordelijk voor:
- Het realiseren (verkopen) van de activa van de vennootschap.
- Het afwikkelen van de openstaande schulden.
- Het verdelen van het resterende saldo onder de aandeelhouders (artikel 2:97 WVV).
5. Overdracht onder gerechtelijk gezag (art. XX.84 WER) als conflictoplossing
Een minder bekende maar krachtige procedure bij zware conflicten is de overdracht onder gerechtelijk gezag (artikels XX.84 §2 Wetboek van Economisch Recht, WER). Dit is een onderdeel van de procedure van gerechtelijke reorganisatie waarbij de ondernemingsrechtbank – meestal op verzoek van een schuldeiser – de onderneming of haar kernactiviteiten onder haar toezicht laat overdragen (verkopen) aan een derde partij. Meestal wordt deze techniek ingezet om bij dreigend faillissement toch waarde te redden of een doorstart te maken, maar ze kan ook strategisch gebruikt worden in aandeelhoudersconflicten. Zo kan een schuldeiser (bijvoorbeeld een ontevreden aandeelhouder met een aanzienlijke vordering) de rechtbank verzoeken de onderneming gedwongen te laten overnemen, eventueel door zichzelf als koper voor te stellen. Dit creëert druk op de andere aandeelhouders om tot een oplossing te komen.
- Geïnitieerd door een schuldeiser (artikel XX.84, §2 WER):
- Schuldeiser A vraagt de gedwongen overdracht van de activa van de vennootschap onder gerechtelijk toezicht.
- Schuldeiser A stelt zich daarbij kandidaat-koper.
- Schuldeiser A vraagt de gedwongen overdracht van de activa van de vennootschap onder gerechtelijk toezicht.
- Reden voor de vordering:
- De vennootschap zou insolvabel zijn, met een openstaande schuld van €900.000 aan A.
- De vennootschap zou insolvabel zijn, met een openstaande schuld van €900.000 aan A.
- Feitelijke situatie:
- Er is een geschil tussen A en de andere aandeelhouders B & C.
- De schuldvordering van A wordt gedeeltelijk betwist.
- De laatst goedgekeurde jaarrekening toont €700.000 aan overgedragen winst.
- Er is een geschil tussen A en de andere aandeelhouders B & C.
6. Conclusie
Conflicten in een vennootschap vergen een doordachte aanpak. In sommige gevallen blijkt een ontbinding en vereffening – vrijwillig, van rechtswege of een gerechtelijke ontbinding – de meest aangewezen oplossing om verdere schade te voorkomen en een definitieve regeling te treffen. Het WVV biedt duidelijke kaders om dit proces ordelijk te laten verlopen, met waarborgen voor aandeelhouders, schuldeisers en werknemers. Ook innovatieve procedures zoals de overdracht onder gerechtelijk gezag (WER) kunnen in uitzonderlijke situaties uitkomst bieden om een aandeelhoudersconflict te beslechten.
Heeft u te maken met een aandeelhoudersgeschil of financiële uitdagingen binnen uw onderneming? Ons gerenommeerde advocatenkantoor staat voor u klaar. Neem vandaag nog contact met ons op voor deskundige begeleiding bij elke juridische en financiële uitdaging – of het nu gaat om advies over de alarmbelprocedure, hulp bij een vrijwillige ontbinding, of bijstand in een gerechtelijke procedure tot ontbinding of overdracht. Samen kiezen we de beste strategie om uw belangen veilig te stellen en uw onderneming terug op koers te zetten.
Laura Van Gompel
Lawyer – Managing Partner
Corporate law - Privacy & Technology - International Contracts