Waarom u niet zomaar de stekker uit de onderhandelingen kunt trekken

Volgens de contractvrijheid is iedereen vrij om onderhandelingen te beginnen, te onderhouden en zelfs te beëindigen met een persoon naar keuze. Niettemin kan het ongegrond afbreken van onderhandelingen onder omstandigheden onrechtmatig en strafbaar zijn. In dit artikel zoomen we in op de juridische (en mogelijk financiële) gevolgen van het onrechtmatig beëindigen van precontractuele onderhandelingen zoals bepaald in artikel 5.17 BW van het nieuwe en gemoderniseerde Burgerlijk Wetboek (BW).

 

ONRECHTMATIGE BEËINDIGING

Als algemene vuistregel verplicht het BW onderhandelingspartijen tot handelen in overeenstemming met het beginsel van goede trouw (artikel 5.15). Verder onderwerpt artikel 5.17 BW precontractuele onderhandelingen aan de regels omtrent buitencontractuele aansprakelijkheid. In de praktijk betekent dit dat het niet onrechtmatig is om onderhandelingen als dusdanig te beëindigen, maar wel als u dit doet in specifieke omstandigheden.

 

Als een partij zich niet heeft gedragen als een redelijke, normale contractpartij, of nalatig is geweest jegens de andere partij bij het beëindigen van onderhandelingen, kan eenzijdige beëindiging als onrechtmatig worden beschouwd.

 

Overweeg deze voorbeelden die een onrechtmatige beëindiging zouden vormen:

  • Alle aspecten van een aandelentransactie zijn geregeld en de verkoper wil een fundamentele wijziging van de verklaringen en waarborgen. Zonder deze aanpassing weigert hij te verkopen aan de koper.
  • De sluiting en ondertekening van een koop-verkoop van een onroerend goed is ingepland. Toch trekt de koper zich toch terug omdat hij uiteindelijk niet overtuigd is van de milieusituatie van het pand. Niettemin werden de nodige documenten m.b.t. het goed de due diligence overgemaakt voor controle.
 
 
GEVOLGEN

Nu regelt artikel 5.17 BW uitdrukkelijk de gevolgen van het onrechtmatig beëindigen van onderhandelingen. Het basisidee is dat de benadeelde partij in de positie moet worden gebracht die ze zou hebben gehad als de afgebroken onderhandelingen nooit hadden plaatsgevonden. De benadeelde partij kan zo de kosten van de onderhandelingen verhalen. Bovendien kan zij een vergoeding eisen voor de gederfde winst, voor zover zij kan aantonen dat zij het gewettigd vertrouwen had dat de overeenkomst zou worden gesloten. Hierdoor kan de schadevergoeding bij onrechtmatige beëindiging van onderhandelingen flink oplopen. Men mag echter niet vergeten dat bij het claimen van winstderving de bewijslast zwaar is. Het is duidelijk dat hoe verder men in het onderhandelingsproces zit, hoe gemakkelijker het zal zijn om bewijs bij te brengen. Dit lijkt een redelijke tegenprestatie te zijn.

 

De essentie is duidelijk: onderhandelen is geen spelletje. Beide partijen moeten op elkaar kunnen vertrouwen en het onderhandelingsproces serieus nemen. De tijd zal leren of rechters artikel 5.17 BW toepassen en in welke situaties zij de gewettigde verwachting van contractvorming als bewezen beschouwen.

 

Bronnen:

 
Laura Van Gompel

Contact

 
 

Laura Van Gompel

Advocaat – Managing Partner

 
 

Discover more

Contact us

Have Any Questions?

Do not hesitate to contact us with any questions about your company you may have. Our lawyers will be happy to assist you.